Boompieper – Tree Pipit

De Boompieper lijkt sterk op de graspieper maar heeft een gelig verenkleed, en roze poten. De rug is bruin met donkere vlekken. De borst is licht en gestreept. Op de flanken zitten zwarte vlekken. Op de kop loopt boven het oog en als baard een gele streep. De baard eindigt in een zwarte streep.

Insecten maar ook zaden.

Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Motacillidae (Piepers en kwikstaarten)
Geslacht: Anthus
Soort: Anthus trivialis

In open gebieden met dichte lage vegetatie met verspreide struiken en bomen. Ook vaak langs bosranden en jonge aanplant te vinden.

Zomergast en broedvogel in Nederland en België. Verder wijdverspreid, zie ondersoorten.

Boompieper

Ağaç incirkuşu, anthus, Baumpieper, Beampiper, Bisbita Arbóreo, Boomkoester, Boompieper, Drenja e pyllit, Drevesna cipa, Erdei pityer, Fâsă de pădure, kwikstaart, kwikstaarten, Linduska lesni, Maashorst, metsäkirvinen, Metskiur, Miškinis kalviukas, Motacillidae, Nederland, Passeriformes, Petinha-das-árvores, Pieper, piepers, Pipit des arbres, Piula dels arbres, Prispolone, Prugasta Trepetljka, Skovpiber, šumska trepteljka, Świergotek drzewny, Trädpiplärka, Tree Pipit, Trepiplerke, Trjátittlingur, zangvogel, Zangvogels, Δεντροκελάδα, Горска бъбрица, Лесной конек, Лясны свірстун, Шумско ливадарче, Щеврик лісовий, Անտառային ձիուկ, פפיון עצים, أبو تمرة الشجر جشنة الشجر, ヨーロッパビンズイ, 林鹨