Zwartkopgors – Black-headed Bunting
Het mannetje heeft een kastanjebruine rug, zwarte en beige vleugels en gele onderdelen. Een zwarte kruin reikt tot aan het oog en de oorstreek. Het vrouwtje heeft een grijsachtige kruin en rug, met lichte onderdelen en een gele zweem over de borst en de onderstaart.
Voedsel
De Zwartkopgors leeft van zaden, insecten en bessen.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Emberizidae
Geslacht: Emberiza
Soort: Emberiza melanocephala
Biotoop
Hij houdt zich het liefst op in open gebieden met verspreide bomen en wijngaarden. Aan de kust zoekt hij vooral de warmere gebieden op. Hij leeft hoofdzakelijk in laagland gebieden en bouwt zijn nest op de grond of maximaal 1 meter boven de grond. bevinden zich laag bij de grond en soms zelfs op de grond, maar in Turkije is hij gezien tot op 2100 meter hoogte.
Voorkomen
Deze vogel is een zomergast in bepaalde delen van Italië, de kusten van Kroatië, Albanië, Griekenland en Bulgarije. Oostwaarts leeft hij verspreid over Turkije, Cyprus en het Midden-Oosten. Hij overwintert in het noordwesten van India. De volledige populatie trekt door Iran en Pakistan naar winterplaatsen.
Trefwoorden
Black-headed Bunting, Bruant mélanocéphale, Cerla kokëzezë, Crnoglava Strnadica, črnoglavi strnad, emberiza, emberizidae, Escrevedeira-de-cabeça-preta, Escribano Cabecinegro, Griekenland 2015, Hettutittlingur, Hætteværling, Kappenammer, Kara başlı kirazkuşu, Kucsmás sármány, Lesbos 2009, mustapääsirkku, Mustpea-tsiitsitaja, Passeriformes, Presură cu cap negru, Sit capnegre, Strnad cernohlavy, Svarthodespurv, Svarthuvad sparv, Swartkopgoars, Trznadel czarnogłowy, zangvogel, Zangvogels, Zigolo capinero, Zwartkopgors, Αμπελουργός, Црвеноглава овесарка, Черноглава овесарка, Черноголовая овсянка, Սևագլուխ դրախտապան, גבתון שחור ראש, درسة سوداء الرأس, ズグロチャキンチョウ, 黑头鹀
