Kleine jager – Arctic Skua

De Kleine Jager kent drie kleurfases. De lichte fase vogels hebben een bruine rug, voornamelijk witte onderkant en donkere handpennen. De kop en hals zijn geelachtig wit en hebben een zwarte kruin.  De donkere fase vogels zijn volledig donker bruin van kleur, de tussen tijdse fase naar lichte fase hebben een wat lichtere onderzijde, lichtere kop en nek.  Kenmerkend voor deze vogels ten opzichte van de Kleinste Jager is de korte staart. Ze worden ca. 41cm groot zonder staart, 48cm met staart in het broedseizoen.

Deze vogel voedt zich met knaagdieren, kleine vogels en insecten, maar berooft ook meeuwen en sternen van hun prooien.

Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Charadriiformes (Steltloperachtigen)
Familie: Stercorariidae (Jagers)
Geslacht: Stercorarius
Soort: Stercorarius parasiticus

De Kleine Jagers broeden op droge toendra , hogere bergen en eilanden.

Deze soort broedt in het noorden van Eurazië en Noord-Amerika, met grote populaties in het zuiden het noorden van Schotland. Kleine Jagers migreren en overwinteren op zee in de tropen en de zuidelijke oceanen.

Kleine jager

Almindelig Kjove, Arctic Skua, Arktiese roofmeeu, Bodičasta govnačka, Chaluha prizivná, Charadriiformes, Ékfarkú halfarkas, īsastes klijkaija, jager, jagers, Kjói, Kleine Jager, Korsanmartı, Kratkorepi pomornik, Kustlabb, Labbe parasite, Labbo, Lup de mare mic, Lytse Skraits, merikihu, Moleiro-parasítico, Noorwegen 2010, Págalo Parásito, Palleira parasita, Paràsit cuapunxegut, Parasitic Jaeger, Pulëbardha parazite, Schmarotzerraubmöwe, Smailiauodegis plėšikas, Söödikänn, Spitsbergen 2010, Steltloperachtigen, stercoraiidae, stercorarius, Tyvjo, Wydrzyk ostrosterny, Γερακοληστόγλαρος, Караткахвосты паморнік, Короткохвостый поморник, Краткоопашест галеб, Остроопашат морелетник, Поморник короткохвостий, Կարճապոչ ծովահեն, חמסן טפיל, اسکوآی قطبی, كركر قطبي, นกสกัวขั้วโลกเหนือ, ვიწროკუდა თოლია-მეკობრე, クロトウゾクカモメ, 短尾贼鸥