De Glanskop is maar klein, ongeveer het formaat van een pimpelmees. De glanskop lijkt uiterlijk sterk op de matkop, maar de zang is duidelijk verschillend. De twee soorten worden daarom als tweelingsoorten beschouwd. Bij de glanskop ontbreekt de lichte baan op de armpennen en ze heeft een glanzende kopkap. Voor onderscheid met de matkop is het geluid belangrijk. De glanskop is te herkennen aan het scherpe ies-toontje vooraan in elke roep. Het wordt gevolgd door een afgekapt èk: siestsjèk.
Zijn voeding bestaat uit insecten, spinnetjes en insectenlarven, in de winter wordt overgegaan tot zaad en hij kan op de voedertafel worden waargenomen.
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Emberizidae (Gorzen)
Geslacht: Emberiza
Soort: Emberiza citrinella
Glanskoppen komen veel voor in loofbossen en gemengde bossen, parken en grotere tuinen met bomen en struiken.
De glanskop komt in het overgrote deel van Europa het hele jaar voor, waaronder in Nederland en België. Uitzonderingen zijn Ierland, IJsland, Noord-Scandinavië, Spanje en Portugal.
Barátcinege, Bulgarije 2024, Carbonero Palustre, Chapim-palustre, Cincia bigia, Crnoglava sjenica, Entita, Ferreiriño palustre, Glanskop, Laufmeisa, Løvmeis, Mallerenga d’aigua, Marsh Tit, Mésange nonnette, mezen, Močvirska sinica, obična siva sjenica, Paprastoji pilkoji zylė, Paridae, Passeriformes, Pițigoi sur, Poecile, Poecile palustris, Purva zīlīte, Salutihane e. sootihane, Sikora uboga, Sumpfmeise, Sumpmejse, Swartkopmies, Sykora babka, Trishtili i vogël i murrmë, viitatiainen, Zangvogels, Καστανοπαπαδίτσα, Лъскавоглав синигер, Мала црноглава сипка, Сівая сініца, Черноголовая гаичка, قرقف المستنقعات, ハシブトガラ, 沼泽山雀