
De Struikrietzanger is in het Engels vernoemd naar de Britse zoöloog Edward Blyth. Dit is een middelgrote zangvogel met 12,5 tot 14 cm in lengte. De volwassen vogels hebben een effen bruine rug en vale onderzijde. Hij kan gemakkelijk worden verward met een Karekiet, Bosrietzanger en Spotvogel. Hij lijkt het meest op een Karekiet, maar is grijzer op de rug, het voorhoofd is minder plat en de snavel is minder sterk en puntig. De geslachten zijn identiek, zoals bij de meeste zangvogels, maar jonge vogels zijn geler op de onderzijde.
Hij leeft van insecten en bessen.
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (zangvogels)
Superfamilie: Sylvioidea
Familie: Acrocephalidae
Geslacht: Acrocephalidae
Soort: Acrocephalus dumetorum
De Struikrietzanger broedt in struikgewas in open terrein, maar ook in overgroeide open plekken in loofbossen en struiken langs rivieren.
De Struikrietzanger broedt in gematigd Azië en het meest oostelijke deel van Europa. Het is een trekvogel en overwintert in Bangladesh, India en Sri Lanka. Het is één van de meest voorkomende winterzangers in die landen. Het is een zeldzame zwerver voor West-Europa.
acrocephalidae, Acrocephalus, Aed-roolind, Berki nádiposzáta, Blyth’s Reed Warbler, Boscarla dels matolls, Buschrohrsänger, Buskrørsanger, Busksångare, Busksanger, Cannaiola di Blyth, Carricero de Blyth, Elrisöngvari, Estland 2012, Feale Reidsjonger, Felosa-das-moitas, Folosa de Blyth, Krūmu ķauķis, Kuzey kamışçını, Lăcar nordic, Passeriformes, rákosník pokřovní, Robidna trstnica, Rousserolle des buissons, Sodinė nendrinukė, Struikkarekiet, Struikrietzanger, sylvioidea, Trstenjak potocar, Trstenjak Žbunjar, viitakerttunen, Zangvogels, Zaroślówka, Градинско шаварче, Садовая камышевка, Садовая чаротаўка, קנית פינית, سسک تالابی خاوری, هازجة قصب بلايث, นกพงนาพันธุ์อินเดีย, ヤブヨシキリ, 布氏苇莺