Sperweruil – Northern Hawk-Owl

De mannelijke Sperweruilen zijn meestal 36 tot 42,5 cm lang. Vrouwtjes zijn iets groter met een lengte van 37 tot 45 cm. Zowel de mannelijke als vrouwelijke Sperweruilen hebben een spanwijdte van ongeveer 45 cm. Het verenkleed van de Sperweruil is relatief donker bruin met een gebroken wit vlekkenpatroon op alle rugdelen van het lichaam, met uitzondering van de achterkant van de nek, die een zwart v-vormig patroon heeft. Het verenkleed is op de voorzijde meestal wit of gebroken wit met bruine banden op de borst en buik.

De Sperweruil heeft een lange staart met bruine strepen. Het verenkleed loopt door tot op de tenen. Het gezicht is wit met een zwarte rand, een platte kop, gele ogen en een geel gebogen snavel. De Sperweruil dankt zijn naam aan zijn uiterlijk en gedrag welke op een Sperwer lijkt. In Noord-Amerika wordt zijn verschijning in vlucht vaak vergelijkbaar beschouwd als een Cooper’s Hawk (Accipiter cooperii). Dit is de enig levende soort in het geslacht Surnia van de familie Strigidae, de ’typische’ uilen (in tegenstelling tot kerkuilen van de familie Tytonidae).

Het is één van de weinige uilen die niet in de nacht of schemer jaagt maar overdag. De Sperweruil leeft op een verscheidenheid aan prooi. Deze kunnen bestaan ​​uit kleine knaagdieren, wat grotere zoogdieren en een verscheidenheid aan vogels zoals een typische dieet voor veel boreale uilen inhoud. In Eurazië is bekend dat de Sperweruil zich vooral voedt met woelmuizen uit de familie Microtus. Deze woelmuizen volgen meestal een 3-4 jarige cyclus van overvloed (1ste jaar van de cyclus erg weinig muizen, na 3 tot 4 jaar veel, waarna weer een slecht muizen jaar volgt). Daarom worden de aantallen negatief beïnvloed wanneer het aantal veldmuizen in het begin van een cyclus is.

Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Strigiformes (Uilen)
Familie: Strigidae (Uilen)
Geslacht: Surnia
Soort: Surnia ulula

Sperweruilen leven in verschillende dichtheden in hun biotopen. Ze leven voornamelijk in de open naaldbossen, of naaldbossen gemengd met bladverliezende soorten zoals Lariks, Berk, Populier en Wilg. Ze zijn te vinden in muskegs met open plekken, moeras valleien, weiden, recent verbrande gebieden, en in het algemeen dichte sparbossen. Het Winter habitat is meestal hetzelfde als broedgebied.

De Sperweruil, of Noordelijke Sperweruil in Noord-Amerika, is een niet migrerende uil die meestal binnen haar broedgebied blijft, hoewel het soms abrupt zuidwaarts trekt. Er bestaan 3 ondersoorten in het noordelijk deel. De Noord-Amerikaanse ondersoort “Sucaparoch” leeft van Oost-Alaska tot Newfoundland. De andere twee ondersoorten zijn te vinden in Eurazië: “Tianschanica” broedt in Centraal-Azië, en “Ulula” leeft in Scandinavie, Siberië tot aan de Centraal Azië.

Sperweruil

Atmaca baykuşu, Cárabo Gavilán, Chouette épervière, Ciuhurez, Coruja-gavião, Curuxa gabián, Haukugla, Haukugle, hiiripöllö, Hökuggla, Høgeugle, Jastrebasta sova, Karvalybagoly, Mussol esparverenc, Northern Hawk-Owl, Raiboji pelėda, Skobcevka, Sovice krahujová, Sowa jarzębata, Sparwerûle, Sperbereule, Sperweruil, Svītrainā pūce, uil, Ulula, Vöötkakk, Zwolle 2013, Сава-бярозаўка, Сова яструбина, Ястребиная сова, Ястребова сова, オナガフクロウ, 猛鸮