De Izabeltapuit is ca. 15 tot 16,5 cm groot. Deze soort is lastig te onderscheiden van een gewone tapuit in zijn eerste winterkleed. Mannetje en vrouwtje verschillen onderling nauwelijks. Het verenkleed is overwegend zandkleurig. De stuit is wit en de staart heeft een zwarte T-vormige tekening. Karakteristieke verschillen zijn: geelbruine in plaats van rossige oorstreek, een zwart vlekje (de duimvleugel) op de vleugelboog, een bredere zwarte eindrand op de staart en een opvallende, rechtopgaande houding tijdens stilstaan bij het foerageren op de grond.
De Izabeltapuit is een actieve en rusteloos vogel welk zich over de grond verplaatst met lange sprongen en af en toe ziet fladderen in de lucht, waarna hij plaatsneemt op zit plaatsen lage vegetatie of kleine struiken. Hij vliegt soms in de lucht om insecten te vangen maar meestal foerageert hij op de grond. Zijn dieet bestaat uit mieren, sprinkhanen, motten, vliegen, mijten, spinnen en insectenlarven, en hij eet soms ook zaden.
Izabeltapuit,Isabelline Wheatear,Oenanthe isabellina
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Passeriformes (zangvogels)
Familie: Muscicapidae (Vliegenvangers)
Onderfamilie: Saxicolinae (voorheen: kleine lijsterachtigen)
Geslacht: Oenanthe
Soort: Oenanthe isabellina
In het broedseizoen is de Izabeltapuit te vinden in het open, onvruchtbare stukken land, droge gebieden, steppen, hoogvlakten en op de lagere hellingen van de heuvels. Zijn overwinteringsgebied bestaat uit vergelijkbare habitats in semi-droge gebieden, open landschap met schaarse struikgewas en de grenzen van de bebouwde gebieden, met een bijzondere voorliefde voor zandgronden.
De Izabeltapuit is een migrerende soort welke broed in het oostelijke deel van het Palearctische gebied. Dit strekt zich uit van Zuid-Rusland, de Kaspische regio, de Kyzyl Kum woestijn en Mongolië naar Afghanistan, Iran, Irak, Saoedi-Arabië, Syrië, Jordanië en Israël. Hij overwintert in Afrika en het noordwesten van India. Hij kan als zomergast gevonden worden in Griekenland, Cyprus, Algerije en Tunesië.
arotasku, bělořit plavý, Białorzytka płowa, Bledi kupčar, Boz kuyrukkakan, Chasco-isabel, Còlit pàl·lid, Collalba Isabel, Culbianco isabellino, Isabellaskaapwagter, Isabellasteinskvett, Isabellastenpikker, Isabellastenskvätta, Isabelline Wheatear, Isabellsteinschmätzer, Izabeltapuit, Lesbos 2012, Lesbos 2014, liiv-kivitäks, Ljochte Heidehipper, Muscicapidae, oenanthe, Oenanthe isabellina, Passeriformes, Pusztai hantmadár, saxicolinae, Steppudepill, Traquet isabelle, Vliegenvanger, Vliegenvangers, zangvogel, Zangvogels, Αμμοπετρόκλης, Кам янка попеляста, Каменка-плясунья, Ориенталско каменарче, Պարող քարաթռչնակ, סלעית ערבות, أبلق أشهب, イナバヒタキ, 沙即鸟