De Lachmeeuw wordt ca. 35 tot 41cm en heeft een spanwijdte van ca. 95 tot 110 cm. De Lachmeeuw is gemakkelijk te determineren. Het broedkleed van een volwassen vogel is wit afgezien van de donkergrijze rug en vleugels en zwarte kop. Zijn vleugels zijn veel donkerder grijs dan alle andere meeuwen van vergelijkbare grootte, met uitzondering van kleinere Franklin’s meeuw. Ze hebben echter zwarte vleugelpunten zonder de witte halve maan welke wel zichtbaar is bij Franklin’s meeuw. De snavel is lang en rood. De Lachmeeuw heeft na 3 jaar zijn volwassen kleed.
Dit zijn alleseters zoals de meeste meeuwen, en ze zoeken en zoeken een geschikte kleine prooi.
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Charadriiformes
Familie: Laridae
Geslacht: Leucophaeus
Soort: Leucophaeus atricilla
Lachmeeuwen broeden in grote kolonies in kustmoerassen en vijvers.
De Lachmeeuw broedt op de Atlantische kust van Noord-Amerika, het Caribisch gebied en het noorden van Zuid-Amerika. De meest noordelijke populaties migreren verder naar het zuiden na het broedseizoen en is een zeldzame dwaalgast in West-Europa.
Acteku kaija, Aztekenmöwe, Azteški galeb, Charadriiformes, Florida 2017, Gabbiano sghignazzante, Gaivota-alegre, Gavina capnegra americana, Gaviota Guanaguanare, Hláturmáfur, Kacagó sirály, Karibinis kiras, Lachmeeuw, Laridae, Lattermåge, Lattermåke, Laughing Gull, Leucophaeus, Mewa karaibska, Mouette atricille, nokisiipilokki, racek atlantický, randkajakas, Skatterkob, Sotvingad mås, Αζτεκόγλαρος, Ацтекская чайка, Карибска чайка, ワライカモメ, 笑鸥