Volwassen Ringsnavelmeeuwen worden 49cm groot en hebben een spanwijdte van ca. 124cm. De kop, de nek en de onderzijde zijn wit. De relatief korte snavel is geel met een donkere band. De rug en vleugels zijn zilvergrijs en de poten zijn geel. De ogen zijn geel en hebben een rode rand. Deze meeuw soort heeft drie jaar nodig om zijn broedkleed te bereiken.
Ze foerageren tijdens de vlucht of halen voorwerpen op tijdens het zwemmen, wandelen of waden. Ze stelen ook voedsel van andere vogels. Het zijn omnivoren, hun dieet kan bestaan uit insecten, vissen, granen, eieren, regenwormen en knaagdieren. Ze speuren ook naar voedsel op afval wat door de mens wordt achtergelaten.
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Charadriiformes
Familie: Scolopacidae
Geslacht: Limnodromus
Soort: Limnodromus griseus
Het broedbiotoop van de Ringsnavelmeeuw ligt in de buurt van meren, rivieren of aan de kust.
Ze komen voor in Canada en de noordelijke Verenigde Staten. Ze broeden koloniaal op de grond, vaak op eilanden. Ze migreren na het broedseizoen en gaan zuidwaarts naar de Golf van Mexico en de Atlantische en Pacifische kusten van Noord-Amerika en de Grote Meren. Deze soort is een regelmatige dwaalgast in West-Europa.
Charadriiformes, Florida 2017, Gaivota de Delaware, Gavina americana, Gavina de delaware, Gaviota de Delaware, Goéland à bec cerclé, Gredzenknābja kaija, Gyűrűscsőrű sirály, Halkalı martı, Hringmáfur, Limnodromus, Mewa delawarska, Progastokljuni galeb, Racek delawarsky, rengasnokkalokki, Ring-billed Gull, Ringnäbbad mås, Ringnebbmåke, Ringnæbbet Måge, Ringschnabelmöwe, Ringsnaffelmiuw, Ringsnavelmeeuw, Scolopacidae, vöötnokk-kajakas, žieduotasnapis kiras, делаверский мартин, Кольцеклювая чайка, Пръстенчатоклюна чайка, クロワカモメ, 环嘴鸥