Roodbuikspecht – Red-bellied Woodpecker
De Roodbuikspecht wordt ongeveer 23 tot 27cm groot en heeft een spanwijdte van a. 38 tot46 cm. Volwassen vogels zijn voornamelijk lichtgrijs aan de onderzijde en de kop. Ze hebben zwart-wit gevlekte patronen op hun rug, vleugels en staart. Volwassen mannetjes hebben een rode pet die van de snavel naar de nek gaat. Vrouwtjes hebben een rode vlek op de nek en een tweede boven de snavel. De roodachtige tint op de buik vanwaar de vogel zijn naam heeft, is moeilijk te zien in het veld.
Voedsel
Deze vogels zoeken voornamelijk geleedpotigen in boomstammen. Ze kunnen tijdens de vlucht ook insecten vangen. Het zijn alleseters, ze leven voornamelijk van insecten, fruit, noten en zaden.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Piciformes
Familie: Picidae
Onderfamilie: Picinae
Geslacht: Melanerpes
Soort: Melanerpes carolinus
Biotoop
Zijn broedbiotoop bestaat meestal uit loofbos. Ze nestelen in de vergane holtes van dode bomen, oude stronken of in levende bomen met zachter hout zoals iepen, esdoorns of wilgen. Beide geslachten helpen bij het maken van nestholten. Gebieden rond nestlocaties zijn gemarkeerd met boorgaten om anderen te waarschuwen.
Voorkomen
De Roodbuikspecht broedt voornamelijk in de oostelijke Verenigde Staten, variërend zo ver zuidelijk als Texas en zo ver noordelijk als Canada. Na het broedseizoen migreren ze richting het zuiden.
Trefwoorden
Carolinaspecht, Carpintero de Carolina, datel karolínský, Dzięciur czerwonobrzuchy, Florida 2017, Karolinai küllő, Karolinaspett, Karolininis tamsianugaris genys, Lundspett, Melanerpes, pähkli-leeträhn, Pic à ventre roux, Pica-pau-de-ventre-vermelho, Picchio panciarossa, picidae, Piciformes, picinae, Picot de Carolina, Red-bellied Woodpecker, Roodbuikspecht, Sārtvēdera dzenis, tammiraitatikka, Zebraspætte, Каролинский меланерпес, シマセゲラ, 红腹啄木鸟
