Witkaakweidespreeuw – Eastern Meadowlark
Een volwassen Witkaakweidespreeuw wordt ongeveer 19 tot 28cm groot en heeft een spanwijdte van 35 tot 40cm. Poppen zijn kleiner in alle fysieke dimensies. Volwassenen hebben een gele onderzijde met een zwarte ‘V’ op de borst en witte flanken met zwarte strepen. De bovenzijde zijn voornamelijk bruin met zwarte strepen. Ze hebben een lange puntige snavel, de kop is gestreept met lichtbruin en zwart.
Voedsel
Deze vogels foerageren op de grond of in lage vegetatie, soms peilend met de snavel. Ze eten voornamelijk geleedpotigen, maar ook zaden en bessen. In de winter foerageren ze vaak in koppels.
Wetenschappelijk
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Passeriformes
Familie: Icteridae
Geslacht: Sturnella
Soort: Sturnella magna
Biotoop
Het broedbiotoop bestaat uit graslanden en prairie maar ook weilanden en hooigebieden. Deze soort is voor het grootste deel van het verspreidingsgebied een standvogel, hoewel de meeste noordelijke vogels in de winter naar het zuiden migreren.
Voorkomen
De Witkaakweidespreeuw komt voor van oostelijk Noord-Amerika tot Zuid-Amerika, waar hij ook het meest voorkomt in het oosten.
Trefwoorden
Austrumu pļavustrazds, Didysis pievinis trupialas, Eastern Meadowlark, Englerketrupial, Florida 2017, Icteridae, ida-niiduturpial, Keleti réticsiröge, Lerchenstärling, Östlig ängstrupial, Passeriformes, Pedro-ceroulo, Pradenca oriental, Pradero Oriental, preeriaturpiaali, Stráklofi, Sturnella, Sturnella orientale, Sturnelle des prés, Tarlasığırcığı, vlhovec východní, Vzhodni travniški škorčevec, Witkaakweidespreeuw, Wojak obrożny, Østlig Englærke, Восточный луговой трупиал, ヒガシマキバドリ, 东草地鹨
