Pauwen zijn grote vogels met een lengte van snavel tot staart van 100 tot 115cm en aan het einde van een volgroeide staart zo veel als 195 tot 225 cm. De vrouwtjes, of hennen, zijn kleiner met een lengte van ongeveer 95cm. Het mannetje is metallic blauw op de kruin, de veren van de kop zijn kort en gekruld. De waaiervormige top op het hoofd is gemaakt van veren met blote zwarte schachten en getipt met blauwgroene banden. Een witte streep boven het oog en een halvemaanvormige witte vlek onder het oog worden gevormd door een witte washuid. De zijkanten van de kop hebben iriserend groenblauwe veren. De rug heeft geschubde bronsgroene veren met zwarte en koperen tekeningen. De staart is donkerbruin en de waaier bestaat uit langwerpig bovenste staartveren (meer dan 200 veren, de eigenlijke staart heeft slechts 20 veren) en bijna al deze veren eindigen met een uitgebreid getekend oog. Een paar van de buitenste veren missen dit oog en eindigen in een halvemaanvormige zwarte punt. Deze lange veren worden opgeheven tot een waaier en trillen tijdens de display richting het vrouwtje. Ondanks de lengte en de grootte van deze normaal verborgen veren, zijn pauwen nog steeds in staat om te vliegen. De vrouwtjes hebben deze staart niet en heeft een groenachtige lagere nek en valer bruin verenkleed.