Deze middelgrote, slanke zwart-witte koekoek met een onderscheidende kuif wordt ca. 33cm groot. De witte vleugeldelen op de zwarte vleugels en het patroon maken hem tijdens de vlucht onmiskenbaar. Ze zijn erg vocaalactief tijdens het broedseizoen. Ze zijn zwart aan de bovenzijde en wit aan de onderzijde. Ze hebben een zwarte snavel en zwarte poten.
Deze koekoeken voeden zich met insecten, waaronder harige rupsen die van in het gebladerte of op de grond worden opgepikt. Rupsen worden van begin tot eind ingedrukt om de ingewanden te verwijderen voordat ze worden ingeslikt. Ze voeden zich soms ook met fruit.
Jacobijnkoekoek,Jacobin Cuckoo,Clamator jacobinus
Stam: Chordata
Klasse: Aves
Orde: Cuculiformes
Familie: Cuculidae
Geslacht: Clamator
Soort: Clamator jacobinus
Het biotoop van deze soort bevindt zich voornamelijk in doornige, droog struikgewas of open bossen waarbij gebieden met dicht bos of extreem droge omgevingen worden vermeden.
De Jacobijnkoekoek leeft wijdverspreid ten zuiden van de Sahara in Afrika en ten zuiden van de Himalaya in India. Hij wordt ook waargenomen in Sri Lanka en delen van Myanmar. Binnen Afrika zijn er migratie bewegingen van de soort, hoewel ze in tropisch Afrika wonen. De Oost-Afrikaanse populatie is migrerend en trekt in april over Zuid-Arabië naar India. In India werd het beschouwd als een voorbode van de moessonregens vanwege de timing van zijn aankomst.
Bontnuwejaarsvoël, Coucou jacobin, Críalo Blanquinegro, Cuco jacobino, Cuculo bianco e nero, Cucut reial jacobí, Jacobijnkoekoek, Jacobin Cuckoo, Jacobinergøg, jakobiinikäki, jakobiinkägu, Jakobinergjøk, Jakobinerkuckuck, Jakobinska kukavica, Jakobinskatgök, Jakobīņu cekuldzeguze, Jakobinų kuoduotoji gegutė, kukačka černobílá, Kukułka czarno-biała, Pied Cuckoo, Sri Lanka 2018, Szarkakakukk, Þyrnigaukur, Сорочья хохлатая кукушка, وقواق راهب, کوکوی ابلق, นกคัคคูขาวดำ, クロシロカンムリカッコウ, 斑翅凤头鹃