De Roodkruinspecht wordt ca. 16 tot 18,5 cm groot. Het verenkleed van beide geslachten is hetzelfde, behalve hun hoofdpatroon. Volwassen mannetjes van de nominaatvorm hebben een lichtgeel tot witachtig voorhoofd, een felrode kruin en een oranjerode nek en achterhals. Volwassen vrouwtjes hebben hetzelfde lichtgele tot witachtige voorhoofd, maar een bleek grijsgele tot witachtige kruin en een roodachtige tot oranjerode nek en achterhals. De wangen, kin en keel van beide geslachten zijn grijsachtig bleekgeel. Hun mantel en rug zijn zwart en wit gestreept en de stuit- en bovenstaartdekveren zijn ongebandeerd wit. Hun slagpennen zijn zwart met overal witte strepen. Hun staart is zwart met witte strepen op de middelste en buitenste veren. Hun buik is variabel, maar meestal bleekgeel tot grijsgeel met een olijfkleurige of geelachtige wassing en een roodachtige tot oranjerode vlek op de centrale buik. Hun onderste flanken en onderstaartdekveren hebben zwarte balken. Hun snavel is vrij lang en zwartachtig, hun iris is rood tot bruin, de washuid rond het oog grijsbruin en de poten grijs.