De Monniksgier is één van de grootste giersoorten. Hij wordt ca. 80 tot 120cm hoog en heeft een spanwijdte tusen de 2,5 en 3 meter. De Monniksgieren zijn tevens één van de zwaarst vliegende vogels. Van west naar oost in zijn broedgebied neemt zijn grootte af, de Monniksgieren in Spanje en Frankrijk zijn ca. 10% kleiner als dan die in centraal Azië. De Monniksgier heeft een algeheel donker overkomen, zeker in vlucht zal men uitgaan van een zwarte gier. Hij heeft een donkerbruin verenkleed, alleen zijn kop is kaal op wat vale dons na. Hij heeft bruine ogen, een paarsachtige nek, een blauwgrijze snavel en vale blauwgrijze poten. De primaire vleugelpennen zijn nagenoeg zwart.
De Monniksgier foerageert op karkassen op verschillende terreinen zoals steppe, graslanden, open bossen en langs oevers van kloven en/of bergachtige gebieden. Het is een echte aaseter, en heeft voorkeur voor de grotere zoogdieren, vissen en reptielen. Hij gedraagt zich vaak dominant bij het foerageren tegenover andere gieren zoals de Lammergier en de Vale gier. Hij kan als een brede krachtpatser stoer op zijn prooi afstappen.
Monniksgier,Cinereous Vulture,Eurasian Black Vulture,Aegypius monachus
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Accipitriformes
Familie: Accipitridae (Havikachtigen)
Geslacht: Aegypius
Soort: Aegypius monachus
Deze gier is een vogel van het heuvelachtige, bergachtige landschap met in het bijzonder in de droge semi-open biotopen zoals bergweiden op grote hoogte. Ze nestelen vaak op de boomgrens in de bergen en mijden de mens.
De Monniksgier is een Euraziatische soort. De westelijke grenzen van broedgebied reiken tot in Spanje en Portugal, met een relatieve nieuwe groep in Frankrijk. Ze worden regelmatig aangetroffen in Griekenland, Turkije en in het hele centrale Midden-Oosten. Hun broedgebied rijkt verder door Afghanistan in oostelijke richting naar het noorden van India aan de oostelijke grenzen in centraal Azië, waar ze broeden in het noorden van Mantsjoerije, Mongolië en Korea. Het zijn standvogels maar bij erg strenge winters willen ze nog wel eens tijdelijk migreren naar warmere gebieden tot Zuid-Korea en China.
Abutre-preto, Accipitridae, Accipitriformes, Aegypius monachus, Ageypius, Avvoltoio monaco, Barátkeselyű, Buitre Negro, Cinereous Vulture, crni strvinar, Eurasian Black Vulture, Grågam, Havik, Havikachtige, Kara akbaba, Kuflgammur, Mönchsgeier, Monniksgier, Munkegrib, Munkegribb, Munkgam, munkkikorppikotka, Muontsegier, Raisakotkas, Rjavi jastreb, Sęp kasztanowaty, Shkaba e zezë, Spanje 2016, Spanje 2021, Sup hnedy, Sup starješina, Vautour moine, Voltor negre, Vultur negru, Μαυρόγυπας, Гриф чорний, Црн (Темноглав) мршојадец, Черен лешояд, Черный гриф, Чорны грыф, Սև անգղ, עוזנייה שחורה, العربينسر أسود, სვავი, クロハゲワシ, 秃鹫