Afrikaanse nimmerzat – Yellow-billed stork
De Afrikaanse nimmerzat heeft dezelfde bouw als zijn familieleden, de Maleise nimmerzat en de Indische nimmerzat. Hij heeft een lengte tussen de 90 en 105 centimeter en heeft een spanwijdte tussen de 1,50 en 1,65 meter. Zijn felgele snavel kan een lengte behalen van 25 centimeter. Over het algemeen is de Afrikaanse nimmerzat vrij wit. Zijn kruin en nek zijn iets grijzig. Sommige veren hebben aan de toppen een roze/rode kleur. In vlucht zie je de brede, zwarte strepen op de boven- en ondervleugel; hetzelfde als bij zijn familieleden. Ook zijn kleine staart heeft een zwarte kleur. Aan de basis van zijn gele snavel begint zijn bloedrood gezichtsmasker. Dit gedeelte van de kop is kaal. Het masker is op afstand makkelijk te zien en is dus ook een typerend kenmerk; de andere soorten hebben een meer oranje/roze masker. De poten verschillen in kleur van lichtroze tot bloedrood. Mannetjes en vrouwtjes zijn vrijwel gelijk met elkaar in uiterlijk.
Voedsel
Het dieet van de Afrikaanse nimmerzat omvat voornamelijk kleine, zoetwatervissen van ongeveer 60-100mm, en maximaal 150g, die ze in zijn geheel doorslikken. Ze voeden zich ook met schaaldieren, wormen, waterinsecten, kikkers en soms kleine zoogdieren en vogels.
Wetenschappelijk
Afrikaanse nimmerzat,Yellow-billed stork,Mycteria ibis
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Ciconiiformes (Ooievaarachtigen)
Familie: Ciconiidae (Ooievaars)
Geslacht: Mycteria
Soort: Mycteria ibis
Biotoop
Het leefgebied bestaat uit een groot aantal typen drasland, zoals grote moerassen, rivieroevers, lagunes, poelen, stuwmeren, waterbekkens, ondergelopen grasland en soms in zoutmoerassen en riviermondingen langs de zeekust. De belangrijkste voorwaarden zijn ondiep (10 tot 40 cm) water en voor predatoren onbereikbare zandbanken of bomen in de buurt als rustplaatsen. De vogel vermijdt te sterk bebost gebied, maar ook grootschalig overstroomde gebieden.
Voorkomen
De Afrikaanse nimmerzat komt wijdverspreid voor in een groot aantal landen van Afrika ten zuiden van de Sahara. Deze soort migreert over het algemeen niet ver, althans niet buiten het broedgebied; maar maakt meestal korte trekbewegingen die worden beïnvloed door regenval.
Trefwoorden
Afrikaanse Nimmerzat, afrikaniibishaikara, Afrikansk ibisstork, Afrikansk Skovstork, Afrikinis gandrėnas, Afriški nesit, āmrijstārķis, Ciconiidae, Ciconiiformes, Dzeltenknābja stārķis, Dławigad afrykański, Gulnebbstork, Mycteria, nesyt africký, Nimmersat, Nimmersatt, roosa toonekurg, roosa-toonekurg, Rózsás tantalusz, Sarıgagalı leylek, Skógstorkur, Tàntal africà, Tantale ibis, Tântalo africano, Tántalo africano, Tantalo africano, Tântalo-africano, Yellow billed Stork, Yellow-billed Stork, Zikoina moko-hori afrikarra, Zuid Afrika 2024, Žutokljuna roda, Африканский клювач, Жълтоклюн щъркел, лелека-тантал африканський, חסידה ורודה, لقلق أصفر المنقار, ቢጫ መንቁር ራዛ, アフリカトキコウ
