Trompetneushoornvogel – Zuid Afrika 2024
De Trompetneushoornvogel wordt ca. 50 tot 55cm groot. Het mannetje heeft een glanzend zwarte kop, hals, bovenzijde van de borst en rug. De bovenzijde van de staart staart is zwart, de rug is wit. De zwarte vleugelpennen hebben witte uiteinden. Het lichaam is wit. De snavel en de snavelhoorn zijn zwart. De snavelhoorn is groot en vaak zo lang dat deze over de punt van de snavel steekt. Bij mannetjes in broedkleed is de snavelhoorn rood aan de achterzijde. De washuid rond het oog hangt af van het broedseizoen en is donkerpaars, rood of roze. De ogen zijn roodbruin, de poten zijn zwart.
Ze voeden zich in hoofdzaak met allerhande vruchten, maar ook met insecten en dergelijke, die ze in de bomen vinden.
Trompetneushoornvogel,Trumpeter Hornbill,Bycanistes bucinator
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Aves (Vogels)
Orde: Bucerotiformes
Familie: Bucerotidae (Neushoornvogels)
Onderfamilie: Bucerotinae
Geslacht: Bycanistes
Soort: Bycanistes bucinator
Het leefgebied van de Trompetneushoornvogel bestaat uit bergbossen, bossen langs rivieren en groenblijvende bossen aan de kust. Hij wordt ook aangetroffen in harde bladverliezende bossen en mangrovebossen. Met name Trompetneushoornvogels, die de bossen langs rivieren koloniseren, bezoeken ook herhaaldelijk savannegebieden.
Hij komt voor in Angola, Botswana, Boeroendi, Kongogebied, Kenia, Malawi, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika, Tanzania, Zambia en Zimbabwe.
Trompetneushoornvogel – Zuid Afrika 2024
Bjelotrbi kljunorožac, Borazancı Boynuzgaga, Bucero trombettiere, Bucerotidae, Bucerotiformes, Bucerotinae, Bycanistes, Cálao trompetero, Calao trompette, Calau trombeteiro, Calau trompeter, Calau-trombeteiro, Dzioborożec trąbiący, Gewone boskraai, Kljunorožac trubač, Trimituojantysis ragys, Trombitás szarvascsőrű, trompet kiiverlind, trompet-kiiverlind, Trompetérhornfugl, Trompeterhornfugl, Trompeterhornvogel, Trompetneushoornvogel, Trumpeter Hornbill, Trumpethornkorp, trumpettisarvinokka, zoborožec naříkavý, Zuid Afrika 2024, Калао трубач, калао-сумрач, Калао-трубач, ナキサイチョウ