Extramadura 2017 – Vogelwacht Uden goes Extremadura

Van dinsdag 18 april tot en met woensdag 24 april 2017 hebben we met 24 personen van de Vogelwacht Uden een bezoek gebracht aan de Extremadura in Spanje.

iedereen heeft er zin in

De Spaanse Extremadura is een landstreek zo groot als Zwitserland. Het bestaat uit de provincies Badajoz en Caceres. Het is een dunbevolkt gebied: er wonen slechts één miljoen mensen. Van oudsher wordt de Extremadura als een extremiteit van Spanje beschouwd. Een arme, verre en onvruchtbare uithoek van het land met weinig vooruitzicht op verbetering. Velen zochten hun heil elders en trokken weg naar Madrid, de kuststreken of naar een geheel andere ‘onbekende’ wereld. De Extremadura is de streek waar de conquistadores vandaan kwamen. Als we de kaart van Zuid-Amerika voor ons nemen, zien we daar een aantal steden uit de Extremadura liggen: Guadalupe (Bolivia, Mexico), Trujillo (Peru), Caceres (Colombia) etc. Dat wijst erop dat de conquistadores uit de Extremadura een hoofdrol hebben gespeeld bij de verovering van (Zuid) Amerika. Cortez, Pizarro, Balboa. Grote en gevreesde namen van avonturiers uit de Extremadura, die in de nieuwe wereld het fortuin vonden wat zij zochten. Steden als Trujillo en Caceres staan vol met paleizen en villa’s die ze na hun terugkomst lieten bouwen. Als we door het droge geërodeerde land met zijn schaarse vegetatie en onvruchtbare bodem rijden wordt het ons duidelijk waarom de ‘extremenos’ (ook nu nog) huis en haard hebben verlaten om elders een hoopgevend bestaan te zoeken.

Kaart van Extramadura

Landschap

Het landschap van de Extremadura is vrijwel volledig door de mens gevormd. Om een illusie te ontnemen: er is zo goed als geen oorspronkelijk natuurlandschap aanwezig. Voor de Romeinse tijd was het gehele gebied bedekt met uitgestrekte, groene eikenbossen. Er waren geen steppen en savannen. Overal was bos en hierdoor was waarschijnlijk ook het klimaat anders dan nu: zachter en met veel meer neerslag. De bossen zijn vrijwel compleet verdwenen en het hout is gebruikt voor scheepsbouw, huizenbouw en als brandstof. De vruchtbare bosbodem spoelde weg en kale rotsen en vlaktes kwamen te voorschijn. De geiten en schapen zorgden ervoor  dat bomen geen kans meer kregen. Op de glooiende vlaktes hebben zich voornamelijk twee typen landschappen gevormd: de vrijwel boomloze steppe en de zogenaamde ‘Dehesa’, een eeuwenoud cultuurlandschap dat u zich het beste kunt voorstellen als een kruising tussen de Afrikaanse savanne en een boomgaard. Ook de  Spaanse steppen zijn een cultuurlandschap. ‘Dankzij’ de vernietiging van de bossen leven er nu duizenden Grote en Kleine Trappen, Grielen en zandhoenders! Op de hogere bergruggen, ongeschikt om als ‘Dehesa’ in gebruik te nemen, vinden we een schaarse begroeiing van struiken en lage bomen. Het landschap van de Extremadura bestaat uit Dehesa, kale rotsige vlaktes met matorral (= doornig struikgewas), steppegebieden, stuwmeren en een enkele lage bergketen. Franco had grootse plannen met de Extremadura. Op nog geen 300 kilometer van Madrid zou het de graanschuur van Spanje worden. In de zeventiger jaren heeft Franco overal stuwdammen laten aanleggen. Met het water kon elektriciteit worden opgewekt en het kon worden gebruikt voor de landbouw. Nadat de dammen waren aangelegd stroomden de stuwmeren vol (en de ooibossen langs de Taag verdwenen). Daar is het bij gebleven. In de meren is vis uitgezet. Geld voor verdere ontwikkeling was (en is) er (nog) niet.

Krukeiken

Klimaat

Het klimaat van de Extremadura wordt gekenmerkt door droge hete zomers en zachte winters waarin de meeste neerslag valt. Het voorjaar begint al vroeg. Nog voordat de Kraanvogels de Extremadura verlaten (begin maart), begint de Spaanse lente met aangename temperaturen. Eind mei is het voorbij. De zomer is begonnen. De onbarmhartige zon droogt het landschap uit en het gras kleurt geel. De temperatuur kan dan oplopen tot 45 graden in de schaduw.

Groep Grote trappen op een heel warm veld

Vogels in de Extremadura

De Extremadura is zeer rijk aan vogelsoorten. De vogelrijkdom is te verklaren door de aanwezigheid van veel geschikte en verschillende biotopen en de strategische ligging van het gebied. Bovendien is het gehele gebied door de eeuwen heen nauwelijks veranderd. Deze landschapsstabiliteit heeft ervoor gezorgd dat veel soorten zich er konden vestigen en (zonder verstoord te worden) uitbreiden. De strategische, centrale ligging van het gebied, tezamen met een stabiel landschap heeft een haast bizarre avifauna opgeleverd. Uit Noordwest-Europa zijn o.a. Ooievaar, Ortolaan en Zomertortel afkomstig. Uit Afrika afkomstig zijn waarschijnlijk o.a. de Grijze Wouw, Kuifkoekoek, Zwarte Spreeuw, Koereiger en Slangenarend. Uit Zuidoost-Europa zijn o.a. Kleine Torenvalk, Kortteenleeuwerik, Kalanderleeuwerik, Kleine Zilverreiger, Zwarte Ibis en Bijeneter afkomstig. Uit Azië komt vermoedelijk de Monniksgier en (waarschijnlijk) uit China de Blauwe Ekster. De Extremadura is onbetwist de beste plek in Europa voor roofvogels. Niet alleen wat betreft de verscheidenheid aan soorten maar ook qua aantallen. Veel roofvogels die hier nog algemeen voorkomen zijn in andere Europese landen (bijv. in Griekenland) zeldzaam, schuw en moeilijk waar te nemen. Vijf soorten arenden (Dwerg-, Havik-, Slangen-, Keizer-, en Steenarend) komen in redelijk gezonde populaties voor. Drie soorten gieren zijn gemakkelijk waar te nemen: Aas-, Vale- en Monniksgier. Nergens anders in Europa komen zoveel Grijze Wouwen, Rode Wouwen, Kleine Torenvalken en Grauwe Kiekendieven voor. En laten we de steppevogels niet vergeten. De Extremadura heeft Europa’s grootste aantallen Grote en Kleine Trappen, Grielen, Grauwe Kiekendieven, Scharrelaars en Witbuik-, en Zwartbuikzandhoenders. Ook verschillende soorten leeuweriken zijn karakteristieke steppevogels: Veld-, Thekla-, Kortteen-, en Kalanderleeuwerik zijn algemene soorten.

Kuifkoekoek

Dehesa ‘savanne’ landschap

Ongeveer 50 % van de Extremadura is met Dehesa bedekt. Het is een verbazingwekkend landschap, uniek voor het Iberisch schiereiland. De Dehesa is ontstaan door het gedeeltelijk kappen van de oeroude eikenbossen. De ruimte die vrijkwam is beheert volgens een systeem dat minimale input in plaats van maximale uitput nastreeft. Weinig landbouwbeheerssystemen dienen zoveel doelen tegelijk: productie van voedsel voor mens en dier (gras en vlees), van brandstof in de vorm van brandhout en houtskool en van grondstoffen zoals kurk, bouwhout en tannine. De Spaanse Keizerarend en de Monniksgier hebben oude eiken nodig met een stevige kruin om hun nest in te bouwen.

Dehesa

Steppegebieden

Ongeveer 10 % van het oppervlak van de Extremadura bestaat uit steppegebied. Natuurlijke steppegebieden komen oorspronkelijk alleen in het oosten van Europa voor (Hongarije, Rusland). Het steppeklimaat wordt gekarakteriseerd door een gemiddelde jaarlijkse neerslag van minder dan 300 mm en tenminste 200 dagen zon per jaar. De Spaanse steppen zijn ontstaan door erosie nadat de oorspronkelijke eikenbossen zijn gekapt. Het is een vlak enigszins golvend landschap waar geen bomen meer groeien. ’s Zomers is het er bloedheet en ’s winters kan het er vriezen: het klimaat vertoont overeenkomsten met het landklimaat van Oost Europa. De Spaanse steppe is gedeeltelijk in cultuur gebracht, op de betere gronden wordt af en toe graan en maïs verbouwd. De rest van het oppervlak wordt door schapen en geiten afgegraasd, zodat bomen geen kans meer krijgen. Van nature oefenen grote insecten een enorme aantrekkingskracht uit op de “steppevogels” als Grote en Kleine Trap, Griel, Scharrelaar (waarvoor men op een aantal plaatsen nestkasten heeft opgehangen), Kleine Torenvalk, Hop, Roodkopklauwier en natuurlijk de Grauwe Kiekendief. De Spaanse steppen vormen het laatste bolwerk van de Grote (en in mindere mate ook de Kleine) Trap. Overal ter wereld lopen hun aantallen terug als gevolg van de modernisering van de landbouw. In de Extremadura zijn naar schatting nog ca. 5000 paartjes aanwezig! De graanresten die achterblijven op het land dienen als voedsel voor Witbuik- en Zwartbuikzandhoen maar ook voor Grote en Kleine Trap. Andere soorten die we hier kunnen verwachten zijn Kuifkoekoek, Spaanse Mus (grote kolonies in eucalyptus aanplant langs de weg), Steenuil, Vale Gier, Kortteenleeuwerik, Veldleeuwerik en Kalanderleeuwerik.

Rode patrijs

Natuurpark Monfraguë

Het is het enige nationale park van Extremadura en heeft een oppervlakte van 18.118 ha. beschermd gebied. De kern van het natuurpark van de Extremadura is een oud kasteeltje bovenop de rotsige bergrug op de plaats waar de ingedamde Taag en Tietar samenkomen. Vanaf deze plek heeft men een prachtig uitzicht over een deel van het park en de omliggende Dehesa’s.
Binnen Monfraguë zijn vier interessante biotopen aanwezig: de rotsige bergrug, de ingedamde Taag en Tietar, uitgestrekte dehesa’s en de berghelling naast het kasteeltje met oorspronkelijk Mediterraan natuurbos.

Stuwmeren, rivieren en drinkpoelen

Oorspronkelijk is er in de Extremadura, naast een enkele uitdrogende rivierbedding, geen stilstaand water te vinden. Tijdens het bewind van Franco zijn overal stuwdammen aangelegd zodat het kostbare water niet wegstroomde. Door de boeren zijn voor het vee her en der drinkpoelen gegraven. Als gevolg van deze menselijke activiteiten is de hoeveelheid stilstaand water in het gebied sterk toegenomen. De riviertjes van de Extremadura herbergen een grote verscheidenheid aan dierleven. Amfibieën zijn van het water afhankelijk voor hun voortplanting.

Witte kwikstaart

Bergen, heuvelruggen en ruïnes

Zuid-Spanje wordt her en der doorsneden door lage berg- en heuvelruggen, de zogenaamde ‘sierras’. De ruige hellingen zijn niet in cultuur gebracht en begroeid met maquis en Mediterraan bos. Deze gebieden zijn zeer geschikt als broedplaats voor roofvogels.

Kleine torenvalk

Oude steden

Zuid-Spanje is rijk aan eeuwenoude steden met een rijke historie. Steden als Trujillo, Sevilla en Caceres vormen het biotoop van een aantal karakteristieke cultuurvolgers. De meest opvallende is de Ooievaar. Er zijn kerken met meer dan 15 bewoonde ooievaarsnesten. De Kleine Torenvalk is de cultuurvolger van Zuid-Spanje. Ze broeden in kleine kolonies in gaten in oude gebouwen en zoeken buiten de steden op de steppes en dehesa’s naar grote insecten, die hun voornaamste prooi vormen. Helaas lopen de aantallen de laatste jaren, door modernisering van de landbouw en renovatie van oude gebouwen, sterk terug. In Trujillo schat men het aantal broedpaartjes op 100. Kerk- en Steenuilen broeden op verborgen plaatsen in de steden.

Zwarte spreeuw

Dinsdag 18 april 2017

Vroeg op om rond 5.30 uur aanwezig te zijn op het vliegveld van Eindhoven. Transavia brengt ons naar Lissabon. Keurig op tijd konden we allen inchecken en na een 2,5 uur vliegen landen we in Portugal. De auto’s konden we ophalen bij Sixt. Helaas waren maar 2 van de 3 gehuurde busjes aanwezig. Na ruim een uur wachten konden we ook eindelijk beschikken over busje nummer 3. Er gaat elk jaar wel iets verkeerd met de busjes, we slaan dit jaar niet over. De bakkies werden geïnstalleerd en de rit naar Spanje kon beginnen. In Lissabon was het bewolkt, maar hoe dichter we Extremadura naderde hoe mooier het weer werd. Onderweg even gestopt bij een benzinestation, hier zagen we al enkele roofvogels. In Badajoz, de eerste stad gelegen in Spanje net over de grens met Portugal zijn we naar de Guadiana rivier gereden. Dit water loopt dwars door Badajoz. Op een eilandje in de rivier zagen we een kolonie Koereigers, vergezeld door verschillende Kwakken. Iets verderop lag een stuw en hier konden we mooi kijken naar Steltkluut, Kokmeeuw, Zwarte Ibis en Bijeneter.

Zwarte Ibis

In het struikgewas zaten verschillende Sint-Helenafazantjes. We vervolgen onze weg richting Mérida. Hier zijn we de snelweg afgegaan om naar Embalse de Cornalvo te gaan, dit is ook een beschermd natuurgebied. Vanaf het bezoekerscentrum naar het stuwmeer rijden we door een mooi gebied. We zien meerdere Rode Patrijzen, een Roodkopklauwier, Grauwe Gors en de Roodborsttapuit. Bij het stuwmeer hebben we niet veel gezien, maar verderop liggen nog enkele kleine plasjes, voorzien van een schuilhut. In de schuilhut konden we kijken naar Lepelaar, Groenpootruiter, Bosruiter en veel Roodstuitzwaluwen. Het is ook een uitstekend gebied om roofvogels te spotten, zo zagen we de Zwarte Wouw, Ooievaar, Monniksgier, Vale Gier, Dwergarend en Slangenarend. Het was al laat, zodat we snel richting Trujillo moesten gaan. Onderweg zien we nog een Griel. Iets voorbij Trujillo gingen we rechtsaf naar ons hotel Rural Soterrana in Madroñera. Dit zal de komende tijd onze slaapplaats zijn. We gooiden onze spullen op de kamer en we konden we gaan eten. Na het eten werd er gelijst, een vast ritueel na het eten. We kwamen de eerste dag al op 82 soorten. De meeste van ons gingen snel naar bed. We moesten echter de weg oversteken, waardoor soort 83 ook genoteerd kon worden want op het pleintje tegenover het hotel zat een Dwergooruil te roepen.

Dwergooruil

Woensdag 19 april 2017

We komen er in de ochtend achter dat het laat licht is, zo net voor het eten maken Jos en ik nog even een wandeling en vinden de Dwergooruil in het parkje. Een fraai uiltje welke bijna niet te vinden is door zijn camouflage kleed. Na het ontbijt zijn we door Trujillo gereden en hebben daar boodschappen gedaan voor de middaglunch. Tijdens de boodschappen proberen we de Vale gierzwaluwen te fotograferen welke langs scheren. We vertrekken en na Trujillo hebben we de eerste weg links genomen richting Monroy. Dit schijnt de mooiste weg van het hele gebied te zijn dus, rustig rijden. We hadden geluk, de Kuifkoekoek liet zich al meteen zien. Hij zat wat ver weg in de struiken, maar vanuit de auto konden we redelijk foto’s maken en we hadden mooi licht. Ook zien we een Grauwe Gors, Roodkopklauwier, Monniksgier, Vale Gier, Kleine Torenvalk en Torenvalk. Isidro vindt de eerste Grote Trap tussen twee Ooievaars, maar wat zat hij ver weg! Op een verlaten boerderij broeden wel zo’n 15 Ooievaars. Bij een klein watertje konden de Bijeneters gespot worden, fotografisch gezien was het veel te hard licht. Ook zijn er veel Zwarte Wouwen te zien. Iets verder na de afslag naar Santa Marta de Magasca wordt het gebied opener en zag Jan-Willem de eerste Kleine Trap en iets later de tweede. Ze vlogen echter weg, waardoor de meeste deze vogel niet echt goed gezien hebben. Kalanderleeuwerikken, hoewel zeldzaam, zijn hier volop te zien, evenals de Kuifleeuwerik.

Kuifkoekoek

Maar liefst 6 Grauwe Kiekendieven waren aan het jagen. Deze vogels hebben hier in de buurt hun broedplaats. Bij Rio Almonte hebben we gepicknickt. Er vlogen Rotszwaluwen rond en er zat een Grijze Gors te zingen. Via Torrejon el Rubio zijn we het Nationaal park Monfrague ingereden. We zijn eerst naar boven gereden naar het kasteel. Na een inspannende klim bereikten we de top. Jammer, er stond ontzettend veel wind. Normaal scheren de gieren hier rakelings langs, nu gierde alleen de wind. We zagen een groepje Zwarte Ooievaars aankomen, deze haalden echter geen hoogte door de tegenwind en gingen weer terug. We zijn snel weer weg en rijden naar de Pena Falcon. Hier zagen we nestelende Zwarte Ooievaars, Blauwe Rotslijster, en veel Vale Gieren.  De weg volgend zijn we bij Villareal de San Carlos rechtsaf gegaan en hebben bij La Tajadilla gekeken naar het nest van de Monniksgier. Het mooiste was iets verderop te zien bij Portilla de Tietar. Een Spaanse Keizerarend heeft hier nest gebouwd en vliegt af en aan. Wel enorm hoog, voor de foto helaas te hoog. Af en toe zien we het mannetje en het vrouwtje bij elkaar. Wat een machtige vogels, zeker als ze hun nest verdedigen tegen een Vale Gier die te dichtbij kwam. Het werd al laat. We zijn via Jarajeico terug gereden naar Trujillo. Een mooie rit door het Dehesa landschap. Bij het lijsten kwam de teller op 108 soorten.

Grijze gors

Donderdag 20 april 2017

Vandaag staat de vlakte van La Serena op het programma. Nadat de boodschappen zijn gedaan, zijn we naar Campanario gegaan. Hier begint de uitgestrekte vlakte. We rijden het dorpje uit en komen bij een brug met wat water. Er is van alles te zien. Raar maar hier treffen we een koppeltje Alpenkraaien aan. Meestal zie je deze vogels op grotere hoogte. Verder zien we ook een Waterhoen, Grote Karekiet en Gekraagde Roodstaart. Iets verder ligt een karkas in het veld en erom heen diverse Vale Gieren en Monniksgieren. We zien heel even een Steenarend, maar voordat we de auto uit zijn is de vogel gevlogen. Rijdend over de vlakte zien we veel Thekla– en Kuifleeuwerikken. Blijft een lastige soort om uit elkaar te houden. Waar wat meer gras staat zien we een jagende Grauwe Kiekendief. We komen al meer in het gebied waar extensief geboerd wordt en zien veraf een Grote Trap. Bij de kruising met de EX/103 zijn we rechtdoor gereden. We hadden eigenlijk linksaf gemoeten, bleek achteraf. We reden op een stoffige zandweg, waar we wel een Griel goed in beeld hadden. Ik kon door het glas van de auto een mannetje Grauwe kiekendief naast de bus fotograferen. Toen de rest hem in de gaten had vloog hij op. Uiteindelijk kwamen we weer aan bij het punt waar we linksaf hadden gemoeten en hebben we de route weer gevolgd. Gepicknickt bij Embalse de la Serena. Het brood was in een mum van tijd op. 

Grauwe kiekendief

Ook nu weer een Steenarend, deze hebben we wel allemaal mooi kunnen bewonderen. Na de Embalse zijn we rechtsaf gegaan, een lange rechte weg. Bij een boerderijtje lag een poeltje. Ik zie hier een Vorkstaartplevier vliegen en volg hem totdat hij op de grond zit. Ik kan wat foto’s maken en zie dat er meerdere zitten. Het lijkt op een kolonie broedvogels. Langs het water zien we een Kleine Plevier en een Steltkluut. Een eindje verder komen we eindelijk Kortteenleeuwerikken tegen. Deze vogels lijken op een Duinpieper, maar zijn de kleine vorm ervan. Zie je er  één dan zie je er in een mum van tijd veel meer. Halverwege de weg zitten aan rechterzijde heel veel Koereigers bij en op de schapen. Iedereen was naar rechts aan het kijken. Maar aan linkerzijde was een veel groter spektakel te zien. Maar liefst 41 Grote Trappen liepen parmantig door het veld. Te hete ondergrond voor een scherpe foto, maar prachtig om te zien. Het was al laat, maar we besloten toch om naar Puebla de Alcocer te gaan en hierna naar Puerto Pena. Onderweg hebben we een broedplek van Vale Gieren bekeken. In het dorpje Puebla de Alcocer ligt een oud klooster ruïne. Hierop broeden Ooievaars, maar nog leuker, Kleine Torenvalken. Deze kleinere vorm van de Torenvalk is vrij zeldzaam, maar komt in de Extremadura op diverse plekken voor. Bij de Puerto aangekomen zien we een Dwergarend, Vale Gier, IJsvogel en Grote Gele Kwikstaart. We moesten snel terug, zo snel dat we amper de Grijze Wouw aan de kant van de weg zagen. Bij een water toch nog even gestopt, hier waren de Blauwe Eksters goed te zien en mooi de Roodstuitzwaluwen die langs de oever de modder voor hun nest aan het verzamelen waren. In de buurt van ons onderkomen zaten wel veel Scharrelaars in de nestkasten die voor deze soort zijn opgehangen. Iets te laat begonnen we aan het eten. Na het lijsten komen we op 123 soorten.

Grote trappen

Vrijdag 21 april 2017

Vandaag gaan we weer de omgeving rond Trujillo verkennen. Na het ontbijt eerst weer boodschappen gedaan en weer het mooie weggetje linksaf richting Monroy ingegaan. We hadden al meteen de Kuifkoekoek en iets verderop weer één. Kuifkoekoeken parasiteren onder andere op (blauwe) Eksters. Iedereen ging de auto uit en heeft deze weg een stuk gelopen. De chauffeurs reden hier achteraan. Al wandelend beleef je het landschap toch intenser. Op het eind van de wandeling werden verrast door een Monniksgier die zich tegoed deed aan een dood lam. We gaan rechtsaf naar Palacio Dona Catalina. Bij de splitsing zijn we gestopt en zagen mooi het nest van een Roodstuitzwaluw. Iets verder zagen we in het veld een Grote Trap en bij goed kijken zelfs twee. Ik zie hier een Roodkopklauwier een hagedis pakken, en heel even springt hij op de draad alvorens hij weg vliegt. Indrukwekkend gezicht dit gedrag! We zijn uiteindelijk de velden doorgereden en kwamen uiteindelijk bij een boerderij op het erf. We konden niet verder en moesten terug. Hier hebben we wel mooi naar Rotsmussen kunnen kijken, die hun nesten in een zandwand hadden. Bij de linkerafslag naar Santa Marta de Magasca  hadden we weer de Grauwe Kiekendieven.

Roodkopklauwier

Bij de brug van Rio Magasca hebben we ons brood genuttigd. De Cirlgors en de Dwergarend kwamen kijken wat deze vreemde snuiters aan het doen waren. We vervolgden de weg en komen in de buurt van de snelweg. Hier zijn veel nestkasten geplaatst voor Scharrelaars. Echter ook Kleine Torenvalken maken hiervan gebruik en zelfs ook een enkele Steenuil. Wat een plek zeg. Iets terug linksaf een grote steppe in gereden. Bij een schuilhut halt gehouden. Hier kon je mijlenver kijken. Verschillende Tapuiten hier gezien en ook veel Kortteenleeuwerikken. De Kalanderleeuwerikken maakten weer flinke capriolen in de lucht. Voor Torrejon el Rubio hebben we de parasoldennen bekeken waar Ooievaars in broeden. Na het maken van onze groepsfoto zijn we het zandpad in gelopen. In de buurt van de hoogspanningsmasten zit hier altijd een Grijze Wouw. En jawel, in de buurt gekomen hadden we het beestje al in de kijker. Al tegen de schemering terugrijdend hadden we mooi een Slangenarend net boven de auto hangen. Het eten smaakte weer voortreffelijk, wat wil je na zo’n hele dag buiten. De balans opmakend kwamen we op 126 soorten, dus maar 3 nieuwe soorten ten opzichte van gisteren. Morgen zullen we wel meer nieuwe soorten zien, omdat we naar het Arrocampo stuwmeer gaan.

Slangenarend

Zaterdag 22 april 2017

Na het ontbijt weer de noodzakelijke inkopen gedaan en snel richting Arrocampo stuwmeer. Dit is een stuwmeer met bijzondere eigenschappen, zodat het binnen Extremadura zelfs uniek is met een eigenaardige avifauna, die verder nergens op het Iberisch schiereiland te vinden is. Het hoofddoel van het stuwmeer is het koelen van de kerncentrale in Almaraz. Hierdoor is het waterpeil zeer constant en is een groot gedeelte van de oevers begroeid met moerasvegetatie. We hebben de auto’s geparkeerd bij het infocentrum in Saucedilla. Hier hebben we de route van de schuilhutten gevolgd. Bij de eerste hut hadden we al meteen de Purperkoet en vloog telkens een Woudaapje op. Ook de Snor liet zich hier goed horen, ondanks de stevige wind die er stond. Op weg naar de tweede hut vloog een Visarend over en waren Purperreigers en Lepelaars aan het foerageren. Ook de Lachstern was veelvuldig aan het vissen. Ik zonder me af van de groep en kan een Graszanger zeer kort bij fotograferen. Daarna snel terug gelopen naar het begin waar de Purperreigers en Purperkoeten zaten.

Graszanger

De groep heeft verder hier het rondje gemaakt, ook aan de plantjes werd aandacht geschonken zodat ik heerlijk de tijd had om de vogels goed te fotograferen. Ook een Paapje liet zich goed zien en de eerste Duinpieper kwam voorbij. In het dorpje Saucedilla staat een heel oude gerestaureerde kerk. Tijdens de restauratie zijn hier neststenen ingemetseld voor de Kleine Torenvalk. Deze zijn hier mooi te zien en te fotograferen. De lokale bevolking loopt uit om te zien wie nu weer naar de kerk gaat, 20 vogelaars met een hoop apparatuur! We schieten de kaartjes vol en vertrekken. Rondom het dorp liggen nog enkele watertjes, hier gaan we naar toe, maar onderweg mooi het nest gezien van een Grijze Wouw. De jongen waren al uitgevlogen, we telden vier Grijze Wouwen. Bij hut 5 zit een ooievaar te broeden op de schuilhut. Hier is ook een watertje bij en een beetje schaduw. Dus ideale plek voor de middaglunch. Onder het eten spotten we een Krakeend, Grote Zilverreiger, Koereiger, Zwarte Ibis, Wilde Eend, Steltkluut en Oeverloper.

Kleine torenvalk

Een eind verder, bijna op het eind van de Embalse zaten twee Vale Gieren in het veld en deze werden vergezeld door twee Rode Wouwen. De Zwarte Wouw is hier heel algemeen, de Rode Wouw duidelijk minder. Ook nog een zingende Grote Karekiet, in Nederland bijna uit het land verdwenen. We hadden nog wat tijd over en besloten werd om naar Monfrague te gaan, om de gierenrots te bekijken. Hier weer prachtig zicht op Blauwe Rotslijster, Rotszwaluw, Aasgier, Europese Kanarie en eventjes een Grijze Gors. Een bus bleef achter, maar twee busjes hebben de route naar het kasteel ingezet. Het waaide nu beduidend minder, zodat we de gieren iets beter in beeld kregen. Ook de Grijze Gors liet zich nu goed zien en enkelen zagen de Boomvalk voorbij vliegen, toch weer een nieuwe soort. Na de verfrissing in het hotel en eten met lekkere Spaanse servesas kwamen we uit op 138 soorten.

Blauwe rotslijster

Zondag 23 april 2017

Omdat we vandaag naar Sierra de Guadalupe gaan, een heuvelachtige omgeving, hebben we geprobeerd om in het dorpje waar we verbleven inkopen te doen. Omdat het zondag was, viel dit niet mee. Na een kwartiertje wachten ging de supermarkt open en konden we inslaan. Er moet een weg door het dorpje lopen richting Garciaz. We kregen het niet gevonden, sterker nog, de straten werden zo nauw, dat we nauwelijks met de busjes hier doorheen konden. We kwamen letterlijk vast in een fuik. Een aantal uit de bus om aanwijzingen te geven hoe hier uit te komen. Centimeters tussen muren en busjes, uiteindelijk kwamen we toch weer op begaanbare weg en hebben via een omweg Garciaz toch bereikt. Van hieruit een schitterende weg door dehesa naar Berzocana. We stopten voor de vele geluidjes en ontwaarden mooi de Orpheusspotvogel, Baardgrasmus en Draaihals. Opeens hield het bitumen op en reden we over een stoffige zandweg. Langs deze stoffige weg hebben we toch ons brood opgegeten. Het was inmiddels behoorlijk warm geworden.

Orpheusspotvogel

Ondertussen kwam de Steenarend weer in beeld en konden we ook genieten van een Slangenarend. De weg vervolgend naar Logrosan en Canamero hebben we niet zoveel gezien. Iets voor Guadalupe zijn we rechtsaf gegaan om de Pico Villuercas op te gaan. Dit is een bergtop met een hoogte van 1601 meter. Op de top ligt een verlaten militaire basis. Tijdens de klim konden we goed zien hoe de begroeiing verandert en hoe de dichtbegroeide bossen met Kastanjebomen, Dennenbomen, Spaanse en Portugese Eiken langzaam overgaan in jeneverbesstruiken, Spaanse stekelbrem en bergheide. Op de top een geweldig uitzicht over de omgeving. Hier zie je ook wat bergbewonende vogels. Alpenkraaien, Provencaalse Grasmus, Rode Rotslijster, Beflijster en Heggemus. Ook dit jaar weer lukt het met niet om de Rode Rotslijster vast te leggen, balen! Ook nu was de tijd tekort en moesten we snel een lange weg naar ons hotel afleggen. Bij het avondeten bleek dat we 15 nieuwe soorten gespot hadden en de teller op 153 soorten kwam.

Alpenkraai

Maandag 24 april 2017

Na het ontbijt en de Dwergooruil zijn we richting Caceres gereden en gingen we naar de Sierra de San Pedro. Achteraf gezien een iets te lange autorit. Voorbij Caceres zijn we gestopt bij een watertje. Hier zaten enkele jaren geleden nog Knobbelmeerkoeten, de meest noordelijke van Spanje. Echter nu waren er vooral vissers aanwezig. Buiten deze vissers zagen we ook enkele visetende vogels als Blauwe Reiger en Fuut. Ik fotografeer een vissende Witte Kwikstaart, al dansend over de waterplantjes vult hij zijn bek en vertrekt. We zijn eerst naar Salorina gereden, wat al in de buurt van de Portugese grens ligt. Helaas niet veel bijzonders gezien. Wel mooi de Draaihals en Roodkopklauwier. Tussen Alburquerque en Aliseda zijn we een zandpad ingereden door de Dehesa. Mooi groepjes reeën gezien. Veel Rotsmussen zaten te broeden tussen de holtes in de bomen. Onder de schaduw van een kurkeik hebben we het etenswaar naar binnen gewerkt, zodat we weer wat energie hadden voor het vervolg. Na Caceres ligt een groot embalse. Hier aangekomen zagen we veel Zwarte Wouwen die zich tegoed deden aan de dode vissen langs de oevers van dit water. Ook zagen we hier enkele Kleine Mantelmeeuwen en Koereigers.

Witte kwikstaart

Het water stond hoog, waardoor er bijna geen strand is. In het verleden hebben we hier wel enkele steltlopers gezien. Terug zijn we weer naar Santa Marta de Magasca gegaan. Ook nu weer veel Scharrelaars, Kauwen en Steenuilen in de kasten van de elektriciteitsmasten. Maar ook de Kleine Torenvalken proberen hiervan te profiteren. Bij de splitsing richting Monroy zijn we gestopt om de Grauwe Kiekendieven te bewonderen. We probeerden weer een glimp op te vangen van de Kleine Trap. Richting Monroy ging dit niet goed, maar richting Trujillo hebben we zelfs aan beide kanten van de weg mooi de Kleine Trappen kunnen zien. We stappen uit en proberen wat foto’s te maken. Prachtig in het tegenlicht in de bloemen en het gras zat hij te baltsen. Iets verderop zagen we een Kleine Trap en kwam er een vrouwtje Grote Trap bij. Prachtig kunnen zien. Plotseling schoten een grote groep Zwartbuikzandhoenders voorbij. Wat is het toch jammer dat je deze vogels meestal in de vlucht snel vliegend ziet. We hebben weer leuke waarnemingen gedaan, echter zijn er geen nieuwe soorten bij gekomen, zodat we op 153 soorten zijn blijven steken op deze dag.

Kleine trap

Dinsdag 25 april 2017

Alweer de laatste vogeldag. We zijn nog niet bij de hoogvlakte van Belen geweest, zodat na het ontbijt deze richting werd ingezet. Het was wat zoeken in Trujillo voor we de juiste afslag hadden. Iets buiten Belen begint een uitgestrekte vlakte. We zagen al gauw Grote Trappen, maar behoorlijk ver weg. Ook de ‘gewone’ soorten waren hier aanwezig, zoals Vale Gier, Zwarte Wouw, Kalanderleeuwerik en Thekla’s leeuwerik. We stopten om naar schildpadden te kijken, maar opeens schoot een Dwergarend met in zijn poten een konijn net voor ons weg. Een eind verderop weer een drinkpoel. Hier veel gezien, Bosruiter, Steltkluut, Wilde Eend, Kleine Plevier. Al kijkend bemerkten we aan de andere kant een Kuifkoekoek. Terug zijn we via Garzias en Madronera gereden en hebben hier de boodschappen gedaan.

Hop

We zouden naar het kasteel van Trujillo gaan, wat een geweldig uitkijkpunt is. Helaas was de weg afgesloten. Aan de andere zijde konden we ook niet komen, waardoor besloten werd om te gaan picknicken langs de weg naar Monroy. Al wandelend de omgeving verkend en bijtijds terug naar ons hotel. Een enkeling ging in de buurt nog rondwandelen. Achter ons hotel was volop de Wielewaal te horen. Bij het avondeten werd Spaanse Cava geserveerd en bedankten we het bedienend personeel voor de goede zorgen. Ook onze drie chauffeurs Koos, Jan-Willem en Gerrit werden bedankt, evenals de organisator en schrijver van dit gebeuren Jan Willem. Op de vlakte van Belen hadden we een aantal Kwartels gehoord, die we eerdere dagen gemist hadden, zodat we op 154 soorten kwamen. Gauw naar bed, want morgen is het vroeg op om naar Lissabon te rijden.

Zwarte wouw

Dinsdag 26 april 2017

Keurig op tijd was iedereen uit bed gekomen en de drie busjes zetten koers op Lissabon. Enkele uren zouden we in het donker rijden. We hebben iets voorbij de Portugese grens een kop koffie gedronken om weer een beetje bij te komen. Het begon te schemeren. Keurig op tijd kwamen we aan op het vliegveld van Lissabon en konden we de auto’s inleveren. Ook nu weer een hoop gedoe. Maar uiteindelijk in het vliegtuig en naar Eindhoven. We kunnen weer terugzien op een aantal mooie vogeldagen.

Ooievaar op nest

Waargenomen soorten:

Fuut, Dodaars, Aalscholver, Wouwaap, Kwak, Koereiger, Ralreiger, Kleine Zilverreiger, Grote Zilverreiger, Blauwe Reiger, Purperreiger, Ooievaar, Zwarte Ooievaar, Lepelaar, Nijlgans, Wilde Eend, Krakeend, Bergeend, Grijze Wouw, Zwarte Wouw, Rode Wouw,Aasgier, Monniksgier, Vale Gier, Grauwe Kiekendief, Bruine Kiekendief, Sperwer, Buizerd, Steenarend, Spaanse Keizerarend, Dwergarend, Slangenarend, Visarend, Torenvalk, Boomvalk, Kleine Torenvalk, Slechtvalk, Rode Patrijs, Kwartel, Waterhoen, Meerkoet, Purperkoet, Grote Trap, Kleine Trap, Griel, Steltkluut, Vorkstaartplevier, Kleine Plevier, Groenpootruiter, Oeverloper, Bosruiter, Watersnip, Kokmeeuw, Geelpootmeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Lachstern, Zwartbuikzandhoen, Houtduif, Holenduif, Rotsduif, Turkse Tortel, Koekoek, Kuifkoekoek, Dwergooruil, Steenuil, Alpengierzwaluw, Vale Gierzwaluw, Gierzwaluw, IJsvogel, Bijeneter, Scharrelaar, Hop, Draaihals, Grote Bonte Specht, Veldleeuwerik, Boomleeuwerik, Kuifleeuwerik, Thekla Leeuwerik, Kortteenleeuwerik, Kalanderleeuwerik, Rotszwaluw, Oeverzwaluw, Roodstuitzwaluw, Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Duinpieper, Witte Kwikstaart, Grote Gele Kwikstaart, Iberische Gele Kwikstaart, Balkan Gele Kwikstaart, Goudhaan, Winterkoning, Heggemus, Roodborst, Nachtegaal, Gekraagde Roodstaart, Zwarte Roodstaart, Paap, Roodborsttapuit, Tapuit, Rode Rotslijster, Blauwe Rotslijster, Merel, Zanglijster, Grote Lijster, Beflijster, Snor, Graszanger, Cetti’s Zanger, Grote Karekiet, Kleine Karekiet, Orpheusspotvogel, Provencaalse Grasmus, Baardgrasmus, Grasmus, Zwartkop, Kleine Zwartkop, Bergfluiter, Fitis, Iberische Tjiftjaf, Buidelmees, Pimpelmees, Koolmees, Zwarte Mees, Staartmees, Boomklever, Spaanse Klapekster, Boomkruiper, Roodkopklauwier, Zwarte Spreeuw, Wielewaal, Gaai, Ekster, Blauwe Ekster, Alpenkraai, Zwarte Kraai, Kauw, Raaf, Huismus, Spaanse Mus, Rotsmus, Sint-Helenafazantje, Vink, Appelvink, Europese Kanarie, Groenling, Putter, Kneu, Grauwe Gors, Cirlgors, Grijze Gors, Halsbandparkiet, Zwarte Ibis, Flamingo.

Jan Willem Hermans, enorm bedankt voor de verslaglegging en organisatie!