Eind vorig jaar werd ik door enkele natuurfotografen uitgenodigd om mee te gaan naar Japan om de arenden en kraanvogels te fotograferen. In februari was het zover. We vliegen via Heathrow naar Tokio en van daaruit naar Kushiro op Hokkaido. Met alle tussenstops waren we zo 24 uur verder. Eenmaal aangekomen op Kushiro halen we de twee huurauto’s op en rijden we richting ons eerste hotel nabij in Akan. Het is winter en koud, zo tussen de -10 en -15oC. Alles is wit van de sneeuw, en het zonnetje schijnt. We droppen de koffers in het hotel en brengen in het laatste licht nog even een bezoek aan het kraanvogelcentrum. Onze eerste kennismaking met een prachtige vogelsoort.

De Japanse Kraanvogel is een met uitsterven bedreigde vogelsoort welke broedt in Zuidoost-Rusland, Noordoost-China en op het oostelijke deel van het Japanse eiland Hokkaido. De kraanvogels uit Rusland en China overwinteren in de delta van de Gele Rivier, de kust van Jiangsu, de gedemilitariseerde zone tussen Noord- en Zuid Korea. De populatie kraanvogels op Hokkaido migreert niet, maar dit zijn standvogels in Japan. In Japan was het vroeger een beschermde en heilige vogel totdat het Meiji-tijdperk in de 19de eeuw begon. Vogels werden niet beschermd tegen jacht en werden in de winter niet meer bijgevoerd door de boeren waardoor deze, op enkele exemplaren na, uitgestorven waren.

Gelukkig is dit in de 20ste eeuw veranderd en worden ze nu weer beschermd waardoor de populatie weer tot enkele duizenden vogels is gegroeid. In het Akan Crane Centre worden de vogels bijgevoerd met maïs om ze de winter door te helpen. Hier kun je de vogels dus op zeer korte afstand zien (en vliegen ze niet weg bij de minst of geringste telelens). Sinds het uitbreken van de vogelgriep worden andere vogels niet meer toegelaten tussen de kraanvogels en diegene die toch een poging wagen worden verjaagd van het veld. Met name Wilde Zwanen lijken de les maar niet te leren en vliegen af en aan. Wilde Eenden met af en toe een Pijlstaart ertussen worden wel gedoogd, apart (of Japans?).

De eerste foto’s worden gemaakt en we vertrekken naar ons hotel om te eten en naar bed te gaan: het wordt immers vroeg dag morgen. ‘Bed’ is een groot woord, bij binnenkomst van de kamer bleken er geen bedden te staan. Alleen een tafel met poten van vijftien centimeter hoog en stoeltjes zonder poten welke in het midden van de kamer stonden, verder niets! Later werd door het hotelpersoneel de tafel met stoelen verplaatst en werd er een dun matje uitgerold met een dekbed = het bed. Apart, en wennen, want het was toch wel erg hard. De volgende dag en dagen erna fotograferen we de kraanvogels bij het Crane Centre en in de omgeving. Prachtig baltsend en af en toe in een sneeuwbui maken het mystiek.

We zien maar weinig andere vogelsoorten. Wilde Zwanen, de Japanse Witte kwikstaart, Zeearend, een enkele Stellers Zeearend en Bruinoorbuulbuuls. Bij het hotel leeft een zwerm Ringmussen, lekker druk en gezellig!

Het weer verandert continu van volop zon tot sneeuwbuien, wat het licht dynamisch maakt tijdens de fotosessies. We leven voornamelijk van vis, rijst, noodlesoepjes en ’s avonds een pintje alvorens we de Photoshopsessie starten om de foto’s door te nemen die we die dag gemaakt hebben.

Op één van de ochtenden rijden we naar een locatie waar de Japanse Kraanvogels overnachten in een rivier. Je kunt hier vanaf een brug de vogels in opgaande zon in de rivier zien wakker worden. Een erg mooi schouwspel maar verekkes koud!

Na een aantal dagen vertrekken we naar de volgende locatie, Lake Kussharo. We rijden via de bergen naar dit meer en komen langs prachtige vergezichten met de vulkaan Mount Oakan.

Het is hier een stuk kouder, de temperatuur daalt tot wel -20oC! We verkennen bij aankomst eerst het schiereiland in het meer. De omgeving is vulkanisch actief dus de randen van het meer zijn ijsvrij. We zien hier Wilde Zwanen, welke foerageren in de ijsvrije gebieden.

De vogels hebben geen schrik voor mensen en laten zich fotografen tot op één meter afstand. Dit biedt de komende dagen perspectief! We zien aan de rand van het bos Glanskoppen foerageren en een Boomklever. Deze laatste is Euraziatische ondersoort van die van ons.

Deze laatste overwintert hier en is veel witter op de onderzijde dan die van ons. Ook zien we een gorsachtige die we later kunnen determineren als een Bosgors. We rijden richting ons hotel en bereiden ons voor op de komende dagen.

De navolgende dagen bezoeken we diverse malen het meer op diverse locaties om de Wilde Zwanen te fotograferen, maar ook de Bruine Lijster, Glanskoppen, Witkopstaartmees, en Bosgors wordt vastgelegd.

De Wilde Zwanen komen erg mooi uit met de bergen op de achtergrond, de groothoeklens wordt bijna continu gebruikt.

Dat is weer eens wat anders als de altijd te korte telelens in Nederland. We bezoeken ook nog even de geisers om de aandacht even van het vogelen af te leiden. De Vulkanische activiteit zorgt voor fraaie beelden, het stinkt alleen enorm door het hoge zwavelgehalte van het water.

Na een paar dagen rijden naar de kust bij Shari. Normaliter worden hier de eenden en Pijlstaarten bijgevoerd tijdens de strenge winters, echter door de vogelgriep is dit nu niet toegestaan en is de dichtheid van vogels in de gebieden aanzienlijk minder dan verwacht. Niet getreurd, we vermaken ons de komende dagen met Brilduikers, Harlekijneenden, Grote Zaagbekken en Vossen.

De rivieren, welke uitmonden in zee, zijn niet dichtgevroren waardoor hier veel vogels foerageren, wat uiteindelijk ook kansen biedt voor de fotograaf. De dagen breng ik veelal liggend op de grond door om deze eendjes vast te leggen. Redelijk schuw, maar er is er altijd wel één die niet in de gaten heeft wat die grote toeter op de kant aan het doen is.

Het is tijd om naar de volgende locatie te gaan: highlight nummer twee, Rausu. Hier zullen we de komende dagen diverse boottrips gaan ondernemen om Zeearenden en Stellers Zeearenden te fotograferen op het pakijs voor de kust. Als we in de regio aankomen zien we de eerste al vliegen, en hoe dichter we Rausu naderen hoe meer we er zien. Tjonge jonge, wat een gekte! Het blijkt achteraf dat het pakijs enorm ver weg is waardoor de vogels in de haven blijven hangen. De hele regio langs de kuststrook zit vol arenden.

We parkeren de auto’s in de haven, gaan een stukje lopen en maken kennis met deze soorten. Er is een betonnen uitloper die de haven beschermd tegen golfslag waarop we ca. 75 Stellers Zeearenden tellen en ongeveer net zoveel gewone Zeearenden. Het is niet zo’n heel mooi weer, maar dat mag de pret niet drukken, geheugenkaartjes worden volgeschoten. We zien in de haven ook Harlekijneenden en Toppers rondzwemmen.

Met de reflectie van de rijk gekleurde achtergrond van schepen geeft dit een mooi beeld. Uit eindelijk loop ik nog even vanuit de haven naar boven waar ik de vogels in bomen zag vliegen. Hier kan ik ze tot op twintig meter afstand benaderen, wat eigenlijk al te dichtbij is. Wat een joekels zijn die Stellers Zeearenden!

De Stellers Zeearend is één van de grootste in zijn soort, opvallend is de enorme gele snavel en zijn wit/zwarte verschijning. Hij komt voor in Oost-Azië, voornamelijk aan de kusten van Japan, Rusland en China. Hij leeft op de rotskusten aan zee en rond beboste oevers aan meren en rivieren. Deze gebieden zijn over het algemeen moeilijk tot niet bereikbaar waardoor deze soort moeilijk te fotograferen is. Hun broedgebied is voornamelijk het Russische schiereiland Kamtsjatka, de kuststreek rond de Zee van Ochotsk, de laagvlaktes rond de Amoer en de Sjantar-eilanden in Rusland. Allemaal gebieden waar ik graag naar toe zou gaan, maar ons reisbureau in Best weet daar geen raad mee…. De wereldpopulatie bestaat uit ca. 5000 vogels, welke onder druk staat door vergiftiging, overbevissing en het inkrimpen van het biotoop.

We rijden naar ons hotel en evalueren de afgelopen dag tijdens het eten. Er loopt iemand van de boottrips het hotel binnen die ons verteld dat er een zware sneeuwstorm op komst is en dat ze de dag erop waarschijnlijk niet uitvaren. Ze houden ons op de hoogte via mail. Dat is balen, en helaas kreeg ze gelijk, we hebben anderhalve dag door de hotelramen naar buiten gekeken hoe onze auto’s onder de sneeuw verdwenen. Maar het is wat het is, we hadden gelukkig een kleine 5000 foto’s te verwerken… Ik besluit om de volgende middag samen met Alexander naar de locatie van een Blakinston’s Visuil te zoeken. Een stille wens die ik had uitgesproken maar we zouden er echter geen tijd voor hebben door de boottrips. We hebben na een ritje langs de kust de locatie al snel gevonden. Men heeft hier een paar bouwlampen op een rivier gericht en schuilvoorzieningen in de vorm van Portocabins geplaatst. Ze doen jonge zalm in een afgesloten deel van de rivier en hopen zo op de komst van de visuil. We besluiten om deze zelfde avond een poging te ondernemen. Ik heb er goede hoop op, twee dagen storm, die uilen moeten honger hebben.

We besluiten om van 19.00 tot 0.00 uur te gaan zitten, we hebben immers morgenvroeg de eerste boottrip gepland waarvoor we om vijf uur in de haven moeten zijn. Het avondeten laten we maar schieten en de rest van de groep besluit om niet mee te gaan. Om 19.00 ’s avonds is het al donker en we klimmen al snel de Portocabins in. Het is redelijk druk met fotograferende Japanners. We spreken een Amerikaan aan, die ons verteld dat hij al de hele week de nachten hier doorbrengt maar nog geen Visuil heeft gezien. Geen garanties dus. We bestuderen het licht; dat is er ondanks de bouwlampen niet veel, enorm hoge ISO dus (= veel ruis in de foto). Ook hebben de lampen een bepaalde aan/uit frequentie (50Hz) wat je met je ogen niet ziet, maar met fotograferen wel ervaart door zwarte balken in je foto’s. Het moment moet dus exact goed zijn. Ik stel mijn camera in en besluit zoveel mogelijk foto’s te nemen als maar mogelijk is. Mijn vermoeden was juist, na een half uur roept iemand en iedereen wordt stil. Er is zojuist een visuil in de boom naast de rivier geland, maar wel in het donker, spannend dus. Hij landt uiteindelijk op de grond, springt in de rivier en neemt een zalm, komt uit het water, kijkt even naar de camera en vliegt weer weg… Shit, wat een adrenaline, ik heb alleen maar gerateld met mijn camera, zou het gelukt zijn….? Ik bekijk de foto’s: zwarte balk, zwarte balk, zwarte balk, niet scherp, zwarte balk…..yes!, er zit er één tussen die goed genoeg is, dan roept iemand weer…weer stil. Dezelfde actie vindt weer plaats, maar nu kijkt hij net iets langer in de camera, super! En vliegt dan weer weg. Wat een mazzel, ik voel me super! Ik kijk naar Alexander, zullen we naar het hotel gaan? Dan kunnen we nog aansluiten bij het eten met de rest. Prima idee! Wat een avond.

De volgende twee dagen nemen we ’s ochtends om vijf uur een boottrip. Het pakijs is inmiddels wat dichter bij de kust en we komen voor zonsopkomst aan bij het ijs. We fotograferen ons helemaal te pletter bij opkomende zon en de mooie uurtjes daarna.

Er vliegen zoveel arenden dat je van gekkigheid niet weet waar je moet kijken, een bijzondere uitdaging. In de middag doet ieder zijn eigen ding, sommige blijven in het hotel om te rusten of te Photoshoppen. Ik besluit op zoek te gaan naar de Waterspreeuw die hier moet voorkomen. Uiteindelijk vond ik hem na een halve dag zoeken achter het hotel in een rivier.

We gaan nog één keer terug naar de visuil en ook dan zien we hem, maar niet zo fraai als de eerste avond. We vertrekken de volgende dag naar Nemuro naar het volgende hotel. We zullen hier de komende dagen op zoek gaan naar eenden en al wat rond vliegt. We hebben hier kamers bij een oud Japans vrouwtje thuis. Zij voert de vogels in de tuin bij en het is een groot feest van spechten, mezen en buulbuuls. Ook de Japanse vorm van de Gaai vliegt hier rond, deze is echter erg schuw. We kunnen fotograferen vanaf het terras aan onze kamers en besluiten dan ook om niet weg te gaan. Rustig aan, het is al zo indrukwekkend geweest.

Ik fotografeer hier de Witrugspecht, Zwarte Mees, Glanskop, Japanse Koolmees en gewone Koolmees, Bruinwangbuulbuul, Grote Bonte Specht en Kazukispecht, een kleine spechtensoort die in Japan voorkomt. Ik zie voor mijn ogen een Witrugspecht geslagen worden door een Sperwer, net die specht waar ik nog even graag extra aandacht aan wilde besteden…! Er wordt ontzettend lekker voor ons gekookt door deze aardige mevrouw en ik vraag haar of ze een locatie weet van een Oeraluil. Jazeker, je zou het eens kunnen proberen hier een eindje verder op bij de locale winkel. Ik krijg een papiertje mee met een tekening van de boom met gat en positie waarin de uil zou zitten. We vertrekken de volgende dag en rijden langs de locatie. Het was meteen prijs, de Oeraluil zat prachtig in de zon te slapen exact volgens het schetsje van de vrouw. We werden extra beloond toen het mannetje aan kwam vliegen welke was verjaagd door een paar Raven. Heel even werd er gekeken, en toen vluchtten ze beiden het gat in.

De Raven bleven nog even klieren en vertrokken. Zo ook wij, we rijden naar Kushiro, onze laatste locatie alvorens we weer naar Nederland vertrekken. Kushiro is een grote stad met veel industrie. We gaan hier op zoek naar de visafslag. Volgens Alexander vliegen hier enorm veel Zwarte Wouwen rond (Oosterse vorm). Dat was niet gelogen, een enorme groep vliegt hier rond en pikt visafval tot zelfs vanuit de opslagloodsen. We maken hier wat vluchtfoto’s en rijden wat rond in de regio. Eigenlijk zijn we klaar en verzadigd van alles wat we hebben kunnen fotograferen. We maken ons de volgende dag op voor de reis naar huis. In de resterende tijd rijden we in de regio van het Crane Center rond maar vertrekken uiteindelijk naar het vliegveld om de auto’s in te leveren en terug te vliegen naar Nederland. Het was een reis met indrukwekkende beelden en gezellige momenten.